Voor dit product moesten wij een luisteropdracht ontwerpen voor de bovenbouw. Het doel van een luisteropdracht is om de kinderen op een andere manier naar liedjes te luisteren. Voor deze luisteropdracht heb ik gebruik gemaakt van het stappenplan op bladzijde 137 van de methode Nieuw Geluid (Vrolijk, R. (2013). Nieuw Geluid (Tweede druk). Pp. 137) . Ik heb een luisteropdracht gemaakt voor het liedje Hoepel op Jack.
(doctortropico. (2012, 17 september). Hoepel op Jack [videobestand]. geraadpleegd op 30 oktober 2015 van https://www.youtube.com/watch?v=Plv9CUbCD5k)
Hieronder vind je de luisteropdracht
Voordat de les is begint heb ik met een kind afgesproken om een toneelstukje op te voeren (5e leerjaar Muzieklessen. 31 Hoepel op Jack. Gedownload op 1 november 2015, van http://muziekmuzisch.net/styled-7/styled-8/styled-10/styled-9/index.html). Die gaat als volgt:
Leerkracht: "Jack, kom eens even hier?"
(Leerling komt naar voren)
Leerkracht: "Jack, ik wil je hier niet meer zien. Verdwijn!"
Leerling: "Maar wat heb ik gedaan dan?"
Leerkracht: "Je hoeft geen smoesjes meer te verzinnen. Ga maar weg."
Leerling: "Wat zeg je me nu?"
Leerkracht: "Hoepel op Jack en laat je hier nooit meer zien!"
(Leerling loopt naar de gang)
De kinderen zullen eerst verbaasd zijn en vervolgens zullen ze doorkrijgen dat het een toneelstukje was. Ik roep de leerling weer terug van de gang en vraag hem om weer te gaan zitten.
Ik deel vervolgens blaadjes uit aan de hele klas. Op dit blaadje moeten ze vervolgens antwoorden opschrijven. De vragen die ik aan de kinderen vervolgens stel zijn gekoppeld aan het KVB-model (klank,vorm, betekenis).
Vervolgens gaan we luisteren naar het geluidsfragment. Bij de eerste keer dat we gaan luisteren stel ik ze de volgende vraag: Welke instrumenten hoor je? De kinderen noteren dit op hun blaadje. Bij deze vraag zijn de kinderen bezig met de component klank van het KVB-model. Dit stimuleert de analytische luisterstijl. Ik vraag vervolgens aan een paar kinderen welke instrumenten zij gehoord hebben.
Bij de tweede keer dat we gaan luisteren krijgen de kinderen de volgende vraag: Uit hoeveel delen bestaat het nummer? De kinderen noteren dit op hun blaadje door bijvoorbeeld te turven. Bij deze vraag zijn de kinderen bezig met de component vorm van het KVB-model. Dit stimuleert ook de analytische luisterstijl. Ik vraag na deze vraag uit hoeveel delen het nummer bestaat.
Bij de derde keer dat ze het geluidsfragment krijgen ze de volgende vraag: Wat voor een verhaal zie je voor je als je dit nummer hoort? Om het antwoordt op te schrijven hebben de kinderen wat langer de tijd voor. Bij deze vraag zijn de kinderen bezig met de component betekenis van het KVB-model. Dit stimuleert de analytische en creatieve luisterstijl. Hierna vraag ik aan een paar kinderen hun verhaal te vertellen. Als een kind het niet wil hoeft het niet.
Bij de vierde keer dat we gaan luisteren vraag ik ze de vorm op te schrijven van dit lied. De letter A voor het eerste stukje, letter B voor de volgende stuk dat anders is etc. Vervolgens gaan ze overleggen met hun tafel over de vorm van dit nummer. Bij deze opdracht zijn de kinderen coöperatief aan het leren. Als ze hiermee klaar zijn gaan we het in de klas bespreken en vergelijken. Vervolgens gaan we het lied nog een keer samen luisteren en doen we de opdracht samen.
Als afsluiten vraag ik aan de kinderen:
- Wat vond je lastig?
- Wat vond je leuk?
- Zou je dit vaker willen doen en waarom?
Ik heb mijn broertje gevraagd om naar mijn opdracht te kijken. Hij vond het een leuke en geschikte opdracht voor de bovenbouw en had hier niks op aan te merken.
Ik heb mijn broertje gevraagd om naar mijn opdracht te kijken. Hij vond het een leuke en geschikte opdracht voor de bovenbouw en had hier niks op aan te merken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten